Frank Heijnen had een prachtige column op VI Pro, waar je je (via VI.nl) voor een paar euro per maand op kan abonneren. Best de moeite waard voor voetballiefhebbers. De column bevat wat alinea’s over Wout Weghorst, die na de plaatsing van Oranje pissig werd over een volgens Wout onterechte vraag. Van Wout komt Frank terecht bij Mads. De schoonheid van Het Kasteel op een dag waar het Spartaanse voetbal lelijk was weet Heijnen mooi te vangen. Het Wouterige deel van de column kopiëren we niet. De nederlaag tegen Almere laten we voor wat het is. De aandacht van Frank Heijen voor Mads daarentegen verdient ook op deze site aandacht. Bij deze.
Een deel van de column
“Ik zag Weghorst en dacht aan Mads, de hoofdrolspeler van het mooiste voetbalfilmpje van de laatste tijd. Mads is twaalf en blind, hij is geboren zonder ogen. Hoewel hij niets van het spel kan zien, is hij een groot voetballiefhebber, hij is Sparta-fan, luistert devoot naar de radioverslagen van Rijnmond en komt al sinds zijn vierde op Het Kasteel. Zijn grote wens, om een keer stadionspeaker te zijn, ging enkele weken geleden in vervulling. De reportage dat van die wens – een initiatief van Stichting Robinstijn en De Vriendenloterij – online verscheen, is een zeldzaam hoogtepunt. Er bestaan veel van zulke filmpjes, vol ontroerende bijrollen van spelers die ik nauwelijks kende, tot ik ze op hun best zag, of het nou Naci Ünüvar was, of Finn Stokkers of Ivor Pandur. Deze hoek vanuit waar je naar een profvoetballer kunt kijken, kende ik nog niet.
En hoewel ik vergelijkbare wensenfilmpjes al duizend keer heb gezien, en ondanks het sentiment dat zo dik is dat je er plakken van kunt snijden, ondanks de achtergrondmuziek die geleend lijkt uit een film over Tom Hanks en een gestorven geliefde, ondanks het gruwelijke begrip vriendenloterij, ondanks dat alles, haalde het Sparta-filmpje me volkomen onderuit.
Dankzij Mads. Wát een jongen.
Mads’ favoriete speler is Tijs Velthuis. Jonge verdediger, nieuw bij Sparta. Tijs komt hem – heel klassiek – verrassen op school.
Zelden heeft iemand me zo simpel duidelijk gemaakt hoe je kunt dromen over voetbal, hoe groot de rol van fantasie is in eenieders plezier in de sport. Het spel zelf is maar een vage vlek op de achtergrond, het gaat om de interpretatie, om wat je er zelf op projecteert, om je verlangens en je angsten en je dromen, om wie je bent en wie je via het voetbal wilt worden, voor altijd of voor een middag.
‘Hé Mads,’ zegt Velthuis, terwijl hij bij Mads’ stoel hurkt.
‘Wie ben jij?’
‘Weet je wie ik ben?’
‘Nee.’
‘Ik ben Tijs. Weet je dan wie ik ben?’
‘Tijs Velthuis?’
‘Ja.’
‘Ja’, zegt Mads, en hij lacht. Wanneer hij zich een paar dagen later voorbereidt op zijn debuut als stadionstem, gebeurt er een schitterend toeval. De spelers verlaten na de warming-up het veld, middenvelder Arno Verschueren pakt Mads kort vast, loopt door, en dan gebeurt het.
‘Veel plezier, Mads. Ken je me nog?’
‘Ja. Tijs. Dankjewel!’
Hoe, vroeg Maarten de Fockert zich af in de Cor Potcast, word je de favoriete speler van iemand die niet kan zien. Geen idee. Ik weet alleen hoe Tijs Velthuis afgelopen week mijn favoriete speler werd.”
(Column van Frank Heijnen, http://www.vi.nl)