Ode aan Rinus, een ras-Spartaan.
Velen van jullie hebben Rinus beter gekend dan ik. Ik geef het toe, hoewel ik altijd een zwak had voor Sparta was het niet mijn club. Dat kwam later pas. Mijn moeders familie kwam uit West, uit de Blokmakersstraat, achter het politiebureau en daar waren we vroeger vaak. Ik had een oudere nicht en die had een vriend, Rinus en die was voor Sparta. Wij waren bijna elk weekeinde in Rotterdam (ik groeide op in Spijkenisse) en zag Rinus dus vraag. Hij werd al snel een echte vriend en ik heb van hem een stapel aan sjaaltjes en andere relikwieën gehad die hij bij allerlei wedstrijden van Sparta had verzameld. Hij vertelde daar prachtige verhalen van, ook over zijn neus die een beetje scheef stond door een gevecht in een of ander stadion. Want Rinus van Leeuwen was niet altijd een lieve jongen, dat had ik wel begrepen… Maar bovenal leerde hij me de kreet “naar vore Sparta”.
Denken aan Rinus van Leeuwen is denken aan vroeger. Aan het echte rauwe Rotterdam uit de jaren zeventig en tachtig. Ik zag Rinus bij de wedstrijd van Feijenoord tegen Sparta op het kasteel. Het Sparta van Advocaat en van Gaal, dat met 3-1 won. Na de wedstrijd kreeg ik mijn eerste klap op mijn muil, een dik oog van een fanatieke Spartaan die mijn middelvinger niet kon waarderen. Ondanks die klap was ik gegrepen… door de sfeer op het Kasteel, de houten bankjes, de vakken aan weerskanten van het kasteel, het Pipo-karretje dat Sparta sjaals verkocht bij de ingang…
In de jaren negentig ging ik regelmatig naar het Kasteel. De relatie van Rinus was op de klippen gelopen en mijn familie was niet echt van het sterke geslacht en dus hielden de bezoeken aan West nu eenmaal op. Ik zag Rinus niet meer, ook niet op het Kasteel, hij zal er wel geweest zijn. Het was de tijd van Prince Polley, Peter Houtman, ik meen nog van der Gijp, Jalink, van den Bergh. Dit keer werd Zuid op 2-2 gehouden. Een wedstrijd van niks, maar er vielen wel 4 goals. Vier keer veerden supporters van beide kampen in hetzelfde vak op, gewoon door elkaar heen. Ik herinner mij de enorme Schie-tribune en zelf zat ik nog het liefst achter de goal. Door de continue dienst kon ik niet zo vaak meer en moest ook met lede ogen toezien hoe Sparta afgleed.
Echter toen ik permanent in de dagdienst ging werken en ik moest wennen aan al die weekeinden vrij zocht ik wat vertier voor de vrijdagavond (…) en dus leek het me een goed idee om bij Sparta te gaan kijken inmiddels in de eerste divisie. Ik zocht een plekje achter de goal en wat me opviel was de fanatieke aanhang op de trap en met name de mensen onder aan het vak. Wat een bekend gezicht… zou dat…? Na een paar wedstrijden liep hij na een wedstrijd ineens naast me, met zijn neus een beetje scheef, kon ik het niet laten om (ik denk dat ik hem twintig jaar niet had gezien) te vragen “joh, ben jij Rinus?”. Toen ik mijn naam noemde herkende hij me meteen en ik moet zeggen dat ik blij ben dat ik Rinus heb aangesproken. Het leidde tot een paar mooie momenten samen, zoals de uitwedstrijden tegen Dordt en ADO en bij vele thuiswedstrijden in het home. Geloof het of niet, ik werd steeds meer Spartaan.
Het ging echter steeds minder goed met Rinus en na enige tijd kwam hij in een soort rustoord bij Hilversum terecht. Mijn zoontje, toen een jaar of acht keepte inmiddels bij de jeugd van Sparta. Ik had Rinus daar een foto van gestuurd en toen ik hem opzocht in Hilversum hing deze prominent aan het prikbord en had hij alle mede-bewoners erover verteld. Niet veel later is Rinus overleden en ben ik met mijn zoon naar de begrafenis gegaan. Het was een dag om nooit te vergeten, er gebeurde weer van alles, waarover ik niet zozeer wil uitweiden, maar geloof me, het paste in het leven van Rinus, van “Rotterdam ech wel”. Ik had mij vergist in de tijden en met mijn zoon scheurden we door Rotterdam van Rinus’ zijn huis naar het Kasteel waar een erehaag met fakkels werd gevormd. Erg mooi allemaal. Peter Bonthuis sprak een paar mooie woorden in het rouwcentrum en vervolgens werd Rinus onder de Spartamars naar buiten gedragen. Aan het graf heb ik als een soort van eerbetoon een sjaal aan Rinus terug gegeven, waarmee er een cirkeltje min of meer rond werd.
Ik heb veel te danken aan Rinus. Mijn liefde voor Sparta, maar ook andere dingen. Hij had mij ook verteld dat hij (net als ik) leider was van een jeugdteam, de F1 van Maasstad Tediro. Dat klopte wel bij mijn beeld van hem, als kindervriend. Misschien kende ik Rinus niet goed genoeg en kunnen anderen een heel ander beeld van hem schetsen, maar dit is wat ik van hem kan herinneren.
Hilariteit alom in de bus naar een uitwedstrijd met Ton “Gevelkachel” Michel en Rinus van Leeuwen. Beide markante en helaas te vroeg overleden hardcore Sparta supporters
Het brengt mij bij mijn laatste alinea van dit verhaal. Rinus is namelijk elke keer als ik het Kasteel bezoek erbij. Hij is er gewoon. Ik zie hem nog staan onder aan dat vak op de DN, iedere keer als ik die kant uitkijk. Het brengt een glimlach op mijn gezicht en doet me denken aan vroeger. Het brengt bij mij het extra geluk bij een Sparta goal en het maakt me pissig bij verlies. Het maakt me ook serieus verdrietig als Sparta weer afglijdt naar een bedenkelijk niveau, Sparta onwaardig. Het maakte me nog fanatieker in Deventer vorig seizoen, toen we door het oog van de naald kropen. Kennelijk is eruit seizoen weer een cirkeltje te maken met Advocaat terug op het Kasteel. Die vrijdagavonden kunnen me inmiddels wel gestolen worden en mede namens Rinus zou ik Dickie er graag aan herinneren dat er maar 1 weg is naar de goal van de tegenstander: Sparta naar Vore!!! En als we ons handhaven op de laatste dag van het seizoen, dan bouwen we een feestje. En geloof me… Rinus is daarbij!
Sporza