In het onvolprezen supportersmagazine Kasteelnieuws heeft ITWM-redacteur Frank een vaste column: In de Geest van Bok de Korver. Eind vorige week viel het Kasteelnieuws op de mat bij de leden van de supportersvereniging. Voor de ITWM-bezoekers die geen SV-lid zijn (kan hier alsnog), publiceert ITWM hieronder de column. Omdat we allemaal Sparta zo missen.
Gemis
Ik mis de kus van mijn vriendin en de knuffel van mijn kinderen. Papa gaat naar Sparta.
Ik mis het obligate praatje van de trainer op Radio Rijnmond tijdens de rit naar het Kasteel.
Ik mis de afrit naar Schiedam. Figuurlijk, niet letterlijk.
Ik mis de Spartanen bij de bushalte, wachtend op lijn 38.
Ik mis de eerste blik op lichtmasten vanaf de Horvathweg.
Ik mis het binnenrijden van Spangen, de supporters op straat, lopend naar het stadion.
Ik mis de zoektocht naar een parkeerplek, het licht triomfantelijke gevoel als ik mijn auto achteruit in heb geparkeerd in één van de laatste vrije plaatsen.
Ik mis het wandelingetje naar het Kasteel.
Ik mis het aanzicht van het Kasteel vanaf de Huygenstraat: de hemelpoort.
Of ik mis de Van Lennepstraat. Snackbar Florida en Hei Xian.
Ik mis de groet van hele en halve bekenden, zielsverwanten op weg naar dezelfde wedstrijd.
Ik mis de rij om naar binnen te mogen, me door de tourniquet wurmen.
Ik mis het ‘prettige wedstrijd’ van de stewards en niet worden gefouilleerd.
Ik mis een halve liter bier in een plastic beker.
Ik mis het beklimmen van de stadiontrap.
Ik mis het speuren naar mijn Sparta-vrienden en de geruststelling als ik ze vind, altijd op de zevende of achtste rij van het vak, iets rechts van het midden.
Ik mis als laatste aankomen en mijn plekje innemen bij de groep.
Ik mis de boks aan alle vrienden en bekenden, ik mis hun verhalen.
Ik mis de quotering als Sparta verliest.
Ik mis de archivaris en de stand van zaken bij de RV&AV.
Ik mis de grappen, het cynisme, het geklaag, de relativering, de lol, het plezier.
Ik mis de verbazing over de opstelling. Snapt die trainer er nu echt niets van?
Ik mis Jack Kriek.
Ik mis gaan staan voor de Spartamarsch. Uit volle borst meezingen met ons volkslied, beide coupletten, reeds tal van jaren lang en bij wat ook moog gebeuren.
Ik mis het voetbal. Zelfs het voetbal.
Ik mis kansen, voor open doel.
Ik mis doelpunten, voor en tegen.
Ik mis doelmannen, verdedigers, middenvelders en aanvallers. De basis, de wissels.
Ik mis trainers, assistent-trainers, scheidsrechters, assistent-scheidsrechters, vierde mannen.
Ik mis Sparta, ik mis de tegenstander.
Ik mis de rust.
Ik mis met vijftig man tegelijkertijd willen pissen in één stinkende pisbak, tien minuten moeten wachten tot je je blaas kunt legen, de tijd doden door met andere wachtenden te klagen over de hoekschoppen van Bryan Smeets.
Ik mis latje trap. De winnaar krijgt een kleurentelevisie.
Ik mis de kinderen die in de rust op het veld een spel hebben gedaan en daarom mogen juichen voor de tribune.
Ik mis weer eens een jongen die op muziek kunstjes doet met een voetbal. Of opnieuw een panna-voetballer.
Ik mis de tweede helft.
Ik mis de ontlading, de ergernis.
Ik mis de spreekkoren, het gezang, het gefluit, het rumoer, de beleving.
Ik mis het groepsgevoel, de gedeelde smart, high-fives bij doelpunten, schelden op de scheids of de grens die zijn vlag in zijn reet moet steken.
Ik mis winst en verlies, ik mis gelijke spelen.
Ik mis het eindsignaal en dan nog eens de Spartamarsch. Of een stemmig muziekje als we hebben verloren.
Ik mis het plichtmatige van het rondje om het veld van de spelers en hun juichen bij het hoekvak.
Ik mis het afdalen van de stadiontrap en het afscheid van de jongens die al naar huis gaan.
Ik mis het loopje naar het supportershome, de bekenden in de gracht die net zo blij of teleurgesteld zijn als ik.
Ik mis de nabeschouwing in De Schicht, gevolgd door verhandelingen over speciaalbier, politiek of Lorenzo Rimkus, Ruud Kras, Florian Pinteaux en andere bijna vergeten Spartanen.
Ik mis plastic muntjes in plastic zakjes en meer bier in plastic bekers.
Ik mis ‘Doe maar een spa rood, ik ben met de auto.’
Ik mis toch nog een biertje in een plastic beker.
Ik mis de stickers in de wc van het supportershome, vooral die ene handgetekende.
Ik mis het appje van het thuisfront: wanneer kom ik naar huis?
Ik mis de rit naar huis.
Ik mis de volgende wedstrijd.
Ik mis Sparta.
Ik wil weer naar het Kasteel.