Mijn dochter van twaalf noemde mij laatst een boomer. In de letterlijke zin van het woord klopt dat niet. Ik ben halverwege de jaren zeventig verwekt en niet in de jaren na de Tweede Wereldoorlog toen er in Nederland weer onbevreesd kon worden geneukt. In overdrachtelijke zin had ze wel een punt. Ik zal haar vast weer eens hebben verteld dat heavy metal goede muziek is, dat vroeger geen tablets en internet bestonden of dat Sparta ooit Europees voetbal speelde.
De boodschap was duidelijk: mijn dochter vindt mij oud. Er zijn meer verbanden waarin ik oud ben en/of oud gevonden word. Zo heb ik binnen het groepje waarmee ik wedstrijden van Sparta bezoek de meeste levenservaring. Wat mij op vragen komt te staan als ‘Wie was er nou beter, Bok de Korver of Cas Ruffelse?’, ‘Hoe was dat nu na de bevrijding, toen er weer onbevreesd kon worden geneukt?’ en ‘Was zeker heftig, die oerknal?’
Toch is Sparta ook een plek waar ik me jong voel. Als ik me begeef tussen het volk dat voor een wedstrijd naar Het Kasteel trekt, valt het me op dat ik niet de jongste ben, maar zeker ook niet de oudste. De gemiddelde leeftijd in Nederland is bijna 42 jaar. Bij Sparta kan daar makkelijk een jaar of tien bij op worden geteld.
De achterban van Sparta vergrijst. Dat is niet alleen zichtbaar op de Kasteeltribune of onder de sponsors op de Tonny van Ede-tribune. Ook op de Denis Neville-tribune is menig Spartaan te vinden die zich de komst van de kleurentelevisie met afstandsbediening (Salora!) nog actief kan herinneren.
Moet Sparta zich zorgen maken over de vergrijzing op de tribune? Integendeel, het is een enorme kans! Grijze en vergrijzende (m/v), dan wel kale of kalende (m) Spartanen zijn een belangrijke doelgroep voor een club als Sparta. Zestigers en zeventigers kennen Sparta nog als een succesvolle club. Subtop Eredivisie. Sparta is voor hen vaak een oude liefde die weer in beeld kwam, toen de kinderen het huis uit waren en het (pre-)pensioen aan kon worden gewend.
De jong-senioren van nu zijn meestal mannen en vrouwen met tijd te doden en geld te besteden. Ze hebben nog niet de overdaad aan opties aan vrijetijdsbesteding die jongere generaties wel hebben. Ze zijn mobiel, vitaal en gezond en hebben veelal nog tientallen jaren voor zich. Jaren die ze prima op Het Kasteel kunnen besteden.
Onder zestigplussers bestaat ook een grote groep latente Spartanen. Het type dat, als ze door hebben dat je voor Sparta bent, je verjaardagen lang kan vertellen wat een geweldige speler Nol Heijerman was, maar het in 2000 geopende nieuwe Kasteel niet of hooguit een enkele keer van binnen heeft gezien. Ze zijn Sparta altijd blijven volgen, maar op afstand. Ze staan te popelen om naar Het Kasteel te gaan, maar hebben net dat ene zetje nodig.
Sparta doet er wijs aan de vergrijzing van haar achterban te omarmen. Waar de Bok de Korver-tribune de familietribune is, de sponsoren de Tonny van Ede-tribune bevolken en de fanatiekere supporters de Denis Neville, moet de Kasteeltribune door Sparta officieel en formeel worden aangemerkt als het domein van de oudere jongeren. De catering slaat er voldoende Sauvignon Blanc in, met een volronde smaak en een zachte afdronk, de heaters gaan er een standje hoger, een vriendelijke suppoost wijst er de gasten naar hun plaats en Led Zeppelin en de Rolling Stones worden aan de stadionplaylist toegevoegd. Het zijn maar wat ideetjes.
Zestig is het nieuwe veertig. Als Sparta verstandig is, springt de club daarop in en bindt het de al aanwezige zestigplussers en hengelt het de latente Sparta-senioren binnen. Sparta, koester de boomer!
PS: Deze column verscheen eerder in Kasteelnieuws, het magazine dat alle leden van Vereniging de Spartasupporter zes keer per jaar ontvangen. Voor zover dat nog nodig is: lid worden van de supportersvereniging kan hier.