Afgelopen zaterdagavond ging ik er, gedwongen door de corona-maatregelen, er eens even lekker voor zitten. Een lekkere Zeeuwse Tripel in handbereik, op gang komende digestie na het verorberen van een snelle maaltijd. Maar een goed gevoel over het echte mannenvoetbal wat we deze avond zouden kunnen gaan meemaken. Sneeuw, Smeets en Beugelsdijk, Nijhuis als scheidsrechter; heerlijk allemaal.
Toch kreeg ik direct het zuur bij het beginsignaal van Nijhuis: Waar was die bal? Lag het aan mijn visuele onvermogen om een bal niet te onderscheiden van de vlockdown op het veld? Moest ik eerdaags dan toch weer een afspraak maken bij de opticien omdat de tand des tijds de ogen nu eenmaal niet lijken te sparen. Of was het heimwee naar nostalgische tijden van weleer toen sneeuw iets was wat elke winter ons parten speelde en waarbij een besneeuwd speelveld ons niet vreemd was en de oranje bal gemeengoed was?
Zouden er vanwege de klimaatverandering geen oranje ballen meer gemaakt worden, dacht ik nog even. Zouden de handen van arbeiders die in lageloonlanden de voetballen produceren aangetast worden door de oranje verf en worden daarom dergelijke ballen niet meer gemaakt? Zou er dit, zou er dat? Het waren deze en allemaal andere aannames die ontsproten in mijn gedachtegang.
We speelden dus met een witte bal. De spelers wilden dit graag omdat de witte bal iets groter zou zijn dan de oranje bal. Althans dat meldde de verslaggever van ESPN aan ons kijkers, die massaal via sociale media hun beklag deden over de balkeuze. Tijdens de rust meldde Sparta dat de witte en oranje bal even groot waren en dat ESPN onzin raaskalde.
Na de wedstrijd wisten de aanvoerders van de wedstrijd beiden niets van de wens van de spelers te weten en ook Bas Nijhuis scheidsrechter bagatelliseerde de klachten na afloop van het duel.
Iedereen weet dat als je voetbal speelt op een besneeuwd veld er gespeeld dient te worden met een oranje bal. Als je dat niet doet dan krijg je hetzelfde effect als het spelen van ijshockey met een witte puck. Misschien nog wel te behappen als je zelf meedoet aan het spelletje, maar als kijker is het waardeloos.
Na alle interviews en reacties na afloop gezien te hebben kan ik alleen maar meer dan ooit stellen dat het betaalde voetbal in zijn eigen bubbel is vast te komen te zitten. Als je als collectief (spelers, staf, arbitrage en clubs) niet kan bedenken dat de toeschouwers en sponsors, die noodgedwongen thuis zitten, wel eens last zouden kunnen hebben van een witte bal op een veld waar sneeuw op ligt, schort er iets aan de collectieve beleving van de sector. Dat is overigens niet vreemd: Wekelijks zien we bij het betaalde voetbal alles anders gaan dan in de rest van de samenleving: Voetbal-professionals spugen als lama’s, hebben hun haartjes zo strak gekapt alsof elke kapper op de hoek van de straat nog gewoon open is, geven handen en high-fives alsof we nog in 2019 leven, hangen om elkaars nek bij een doelpunt, hebben wensen om tijdens een lockdown op vakantie te gaan naar verre vreemde landen en lijken onvoldoende quarantaine te houden na de afname van een positieve test.
Het zal allemaal prima te verantwoorden zijn in de bubbel van het betaalde voetbal, maar laat ons, de stervelingen die wij supporters en sponsors zijn, af en toe nog genieten van het spelletje waarvoor we betaald hebben en op dit moment zo weinig voor terug krijgen als het gaat om beleving.
Het gaat ver om te zeggen dat tijdens Sparta – PSV de middelvinger getoond werd aan de supporter. De sensationele wedstrijd maakte veel goed (de uitslag daargelaten). Ook dat de fout werd ingezien en de tweede helft alsnog de oranje bal uit de kast gehaald werd zegt iets over dat men ingrijpt na een fout. Maar de intentie om te beginnen met een witte bal en dat na afloop van de wedstrijd niemand verantwoordelijkheid durfde te nemen voor deze fout zegt ook wat. Eveneens dat niemand zijn excuses maakt. De bubbel van de eigengereide in zichzelf gekeerde voetbalwereld regeert. Een wrange constatering in deze barre tijden.
Jaap uit Rotterdam