Of Julian Chabot zaterdag de belangrijke kampf tegen VVV kan
meedoen is nog niet zeker. Hij kampt met een lichte schouderkwetsuur. Weekblad
Voetbal International had een interview met Chabot en mede-Duitser Jannik Huth.
We citeren gretig.
In het interview van Chris Tempelman met onze twee knuffelduitsers
spreekt keeper Jannik Huth uit dat hij de spreekkoren Huth, Huth, Huth (de kracht zit hem in herhaling) hoort en er van
geniet. “Het is een vorm van waardering, het maakt je net een paar centimeter
groter voor je gevoel.” Die centimeter had hij afgelopen zaterdag bij zijn
blunder tegen PEC Zwolle wel kunnen gebruiken. “Mijn fout, ik baal hier
verschrikkelijk van. Je kunt er niet te lang bij stilstaan. Het is gebeurd. Ik
kan niet gaan staan treuren in het doel. Ik raakte de bal te veel met mijn
voorkant. Zonde, zeker omdat je weet dat het beslissend is. Maar ja, dat zijn
fouten van doelmannen meestal.”
Huth is bekend met degradatievoetbal. Vorig seizoen was hij
eerste keeper bij FSV Mainz. Toen redde hij het op de voorlaatste speeldag. “Het
is zwaar, fysiek en mentaal. Een kwestie van rustig blijven. Dat is moeilijk te
leren.”
Voor Chabot is spelen tegen degradatie nieuw. “Tegen degradatie
spelen ken ik niet, maar ik begrijp het wel. Strijden, passie tonen, bij elkaar
blijven; het past wel bij mijn manier van spelen. De verhalen over Mainz helpen
zeker. Huth is sowieso rustig van aard en als je een dergelijke situatie al een
hebt mee gemaakt dan weet je wat je wel en niet moet doen. Een landgenoot
achter je is niet noodzakelijk, maar wel prettig in zo’n situatie. We peppen elkaar
in het Duits op als het nodig is.”
In het interview vertellen de twee ook nog over hun Heimat,
Kunstgras en de nieuwe trainer Henk Fräser. Ze sluiten in Voetbal International af met de zin: “Wij
degraderen niet. Nooit!”