En toen was er opeens professor Gerard Sierksma die dit voetballoze tijdperk wil aangrijpen om de competitie-omzet te veranderen. Lees even mee: we gaan de huidige competitie opdelen in drie mini-competities. WTF? Waar komt die nu weer vandaan? Ja, van de professor die ook al vond dat voetbal tot een jurysport is verworden, en die vindt dat de keeper de bal niet meer klemvast moet kunnen pakken. En buitenspel: Weg ermee! Voor Sparta heeft de aanpassing van de competitie uiteraard gevolgen, maar goed…onderscheid moet er zijn in de sport, aldus de professor!
Sierksma’s plan, kort samengevat: de eredivisie wordt op basis van de ranglijst van het vorige seizoen verdeeld over drie groepen, die in drie periodes een minicompetitie afwerken van telkens tien speelronden. Aan het eind van elke periode promoveren en degraderen er uit elke groep twee teams – dit met uitzondering van de nummers één en twee van de hoogste groep (zij kunnen niet promoveren) en de nummers vijf en zes uit groep 3, die alleen na de derde periode zullen degraderen naar de eerste divisie.
Het gevolg? Een veel dynamischer verloop van de competitie, waarbij er voor elke club vrijwel constant iets op het spel staat, schetsen de heren Sierksma. Tevens zijn we af van saaie, eenzijdige wedstrijden, zoals dit seizoen Ajax-FC Emmen (5-0), PSV-Fortuna Sittard (5-0), Feyenoord-FC Twente (5-1) en AZ-Ado Den Haag (4-0). In de nieuwe opzet zijn er vooral duels tussen min of meer gelijkwaardige clubs, waardoor het niveau, de kwaliteit en de weerbaarheid omhoog gaan. Het aantal wedstrijden wordt daarbij teruggebracht van 34 naar 30.
De puntentelling in de nieuwe opzet blijft zoals gebruikelijk, met uitzondering van die voor de topteams die zich in alle periodes in de hoogste groep hebben gehandhaafd; zij nemen de helft van het aantal punten uit de eerste twee perioden mee naar de laatste. Dit maakt de strijd om het landskampioenschap eerlijker. Bovendien voorkomt het verslapping van de top-4 aan het begin van het seizoen.
Het is een helder idee, maar er kleeft een behoorlijk nadeel aan: clubs als FC Emmen, Sparta en Willem II leven vaak het hele jaar toe naar (thuis)wedstrijden tegen topclubs als Ajax, Feyenoord en PSV. De stadions zitten dan vol, de recettes zijn hoog en een sportieve stunt gaat het collectieve geheugen in. Een begrijpelijk verweer, maar – zo stellen de Sierksma’s – onderscheid moet er zijn in topsport en dat mag best zichtbaar zijn.
Het volledige artikel is te lezen in Trouw.