Dirk Abels als stille kracht

Sparta-Vitesse, 81e minuut. Na een wervelende wedstrijd verlaat Shurandy Sambo het veld. Zijn vervanger hoort met een strak gezicht de laatste instructies aan. Op de tribunes wordt het ter kennisgeving aangenomen. Sparta staat voor, de tegenstander met 10 man. Het bier smaakt goed, de overwinning nog beter. Terwijl het feest losbarst, maakt de invaller van dienst zonder morren de laatste tien minuten vol. Net zoals hij in de weken daarvoor vol plichtsbesef Bart Vriends verving, om bij diens terugkeer als bijna vanzelfsprekend zijn vaste stek in de dug-out weer te bemannen. Hij is de stille kracht die iedere ploeg nodig heeft, maar door niemand wordt gemist zodra de ziekenboeg leeg is.

De stille kracht is altijd multi-inzetbaar, maar neemt meestal de gedaante van een rechtsback aan. Zo ook bij Sparta, waar misschien wel de meest rechtsbackse rechtsback van de Eredivisie rondloopt. Hij zit niet onder de tattoos. Zijn haar is niet gecoiffeerd door een ingevlogen Instagram barbier en hij zegt nooit rare dingen in interviews. Hij heeft zelfs de soort fantasieloze, nuchtere no-nonsense naam die alleen een onvervalste rechtsback kan dragen: Dirk Abels. Dirk is zó rechts (motorisch wel te verstaan, zijn politieke voorkeuren zijn mij onbekend) dat de pols aan die zijde inmiddels met tape aan elkaar hangt. Toen hij leerde lopen, deed hij dat aanvankelijk alleen in rondjes omdat het rechterbeen het kunstje eerder doorhad.

Allemaal leuk en aardig, maar Abels is eigenlijk helemaal geen rechtsback, hoor ik de voetbalkenners denken. En ze hebben gelijk ook. Dirk is een centrale verdediger die van Henk Fraser ooit een herscholingstraject kreeg aangeboden. Maar is dat niet het lot van de bescheiden rechtsbenige verdediger? Niemand gaat immers op voetbal om rechtsback te worden. Je wil doelpunten maken, het spel verdelen of heroïsche duels uitvechten in het hart van de defensie. Als je een eigenzinnige eenling bent, lonkt een plek tussen de latten. Maar rechtsback? Rechtsback zijn dat overkomt je.

Je kunt de rechtervleugelverdediger wat dat betreft ook niet vergelijken met zijn tegenpool op links. Alles wat een linksback doet, wordt namelijk door een andere bril bekeken. Simpelweg omdat hij het met zijn linkerbeen doet. En dat kan niet iedereen. Daarin schuilt nu net het probleem van de rechtsback: iedere supporter die ooit eens kampioen is geworden in de kelderklasse, denkt stiekem dat hij die rol beter in kan vullen. Het helpt daarbij niet dat de slechtste speler van de betreffende bierteams meestal in die hoek van het veld werd weggestopt. Daar kon hij tenminste geen kwaad.

Dirk is misschien wel een van de mindere spelers van dit Sparta. Gezien de huidige selectie en positie op de ranglijst is dat absoluut geen schande. Dirk moet het ook helemaal niet van zijn aangeboren talent hebben. Hij heeft iets anders: een onstilbare honger om het heilige gras met wortel en al op te vreten. Dat was lange tijd genoeg voor een basisplaats. De moderne voetbaltrein dendert echter ook door Spangen. In Dirks’ geval gepersonifieerd in de nachtmerrie van iedere grasvreter: de moderne wingback.

Meestal een rechtsbuiten die in de jeugd steeds een plekje verder naar achter is gezakt. Deze moderne rechtsachter heeft de longen van een volbloed renpaard, een fluwelen techniek en een voorzet van militaire precisie. Als het even kan is hij een Argentijnse gifkikker of Braziliaanse balvirtuoos. Zo ver is Sparta nog niet. Dirk heeft geen concurrentie van een Samba-voetballer. Wel van een Sambo. Net als hijzelf opgeleid door PSV, maar daar houdt de vergelijking meteen weer op. Shurandy is jonger, sneller, explosiever, technischer. Zelfs zijn naam rolt soepeler van de tong. Wie denkt dat deze columnist daarmee de spot drijft met Dirk heeft het mis. Ik bewonder hem juist. Hij versaagt nimmer en strijd voor iedere meter voetbalgrond. Hij is een met uitsterven bedreigd werkpaard in een competitie vol theatrale grondrollers en mooi-boys.

Begrijp me niet verkeerd hoor, ook ik sta op de banken voor onze Noorse geweldenaars. Koki Saito tovert iedere week een glimlach op mijn gezicht. Maar stiekem, diep van binnen, geniet ik nog het meest van de Edwin van Bueren’s en Davy de Fauw’s van deze wereld. Jongens die niet vooraan stonden toen het talent werd uitgedeeld, maar te godvergeten eigenwijs zijn om dat te erkennen. Die kleine jongetjes op de tribune doen geloven dat ook zij misschien het heilige rood-wit ooit kunnen dragen. Zolang ze maar bereid zijn zich het snot voor de ogen te werken.

Maar goed, van romantiek en nostalgie kun je niet vreten. Dirk’s dagen bij de Rotterdamse Oude Dame lijken dus geteld. Zijn contract loopt 30 juni af en over een mogelijke verlenging is nog niets naar buiten gesijpeld. Doorselecteren heet dat. Persoonlijk zou ik dat betreuren. Ik heb nou eenmaal een zwak voor de underdogs, de onbezongen helden en stille krachten. Dus, beste Spartanen, de volgende keer dat Dirk Abels in de 81e minuut klaar staat om zijn plicht te vervullen, denk dan even aan wat hij heeft moeten doen voor die tien minuutjes. Klap dan net een stukje harder. Tik je zoon of dochter even aan en leg uit: daar staat een ouderwetse grasvreter. En als jij je stinkende best doet, sta je straks misschien wel op zijn plek.

Jurn Quadt

Abonneer
Abonneren op
34 Reacties
nieuwste
oudste meest gestemd
Inline Feedback
Bekijk alle reacties